“Niger is al jaren het armste land ter wereld”

Kees Ton is programmamedewerker bij Stichting Vluchteling. Vorig jaar reisde hij af naar één van de armste landen ter wereld, Niger. Een land dat geteisterd wordt door natuurrampen en bovendien wordt aangevallen door Boko Haram. Kees bezocht ons onderwijsproject in de regio Diffa, waar we ervoor zorgen dat jaarlijks 16.000 kinderen op 30 scholen kunnen profiteren van een goede leeromgeving en de mogelijkheid krijgen tot verdere ontwikkeling. Vandaag blikken we met Kees terug op die reis.

Twee mannen in Nigeria

Kees, in 2019 bezocht jij voor Stichting Vluchteling Niger. Waarom was je daar?

Ik bezocht Niger in november 2019. Het was bijzonder om na 25 jaar weer terug te zijn in Niger, waar ik van 1990 tot 1994 heb gewerkt. Dit keer bezocht ik ons onderwijsproject in Diffa, in het zuidoosten van Niger. Stichting Vluchteling ondersteunt dit programma met geld van de Nationale Postcode Loterij. Een programma dat wordt uitgevoerd door een deskundig team van onderwijsspecialisten onder leiding van onze partnerorganisatie International Rescue Committee (IRC). Een andere reden voor mijn bezoek was het opgelaaide geweld in het westen van Niger, op de grens met Burkina Faso en Mali. Jihadistische groepen hebben daar gezorgd voor ongeveer 1 miljoen vluchtelingen en ontheemden.

Het was bijzonder om na 25 jaar weer terug te zijn in Niger, waar ik van 1990 tot 1994 heb gewerkt.

Leerlingen in Niger lopen op schoolplein

Is het niet heel gevaarlijk om naar Niger te gaan? Waarom ga jij juist wel?

Het bezoeken van de hoofdstad Niamey is niet zozeer gevaarlijk. Je kunt daar zonder veel problemen boodschappen doen en over straat lopen. Maar in Diffa hebben ze inderdaad liever niet te lang witneuzen rondlopen. De regio Diffa ligt onder vuur van de terreurgroep Boko Haram, die vanuit Nigeria aanvallen uitvoert over de grens heen in Niger. Diffa ligt minder dan 10 kilometer van de grens met Nigeria in een zone waar regelmatig mensen worden vermoord of ontvoerd. Ik mocht dan ook niet langer dan drie dagen in Diffa blijven en moest me houden aan een strikt veiligheidsprotocol. In de avond uitgaan is niet mogelijk. Toch is het belangrijk zo’n regio te bezoeken om de feeling te houden met de programma’s die door Stichting Vluchteling worden gefinancierd. En om te overleggen met de hulpverleners die daar dag in dag uit hun werk doen. Bovendien neemt onze partnerorganisatie IRC veiligheid heel serieus, dus ik voelde me steeds 100% op m’n gemak.

Ik mocht niet langer dan drie dagen in Diffa blijven en moest me houden aan een strikt veiligheidsprotocol.

Hoe zie je dat ons werk verschil maakt?

Dat zie je aan de glunderende gezichten van de schoolkinderen en de onderwijzers die ondersteund worden met geld van Stichting Vluchteling. Niet alleen zorgen we op 30 scholen voor meubilair, toiletten, wasbakken en onderwijsmaterialen, we zorgen er ook voor dat ieder jaar 16.000 kinderen bijscholing krijgen in lezen, schrijven en rekenen en gesteund worden in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Ook leerkrachten krijgen regelmatig bijscholing en voelen zich daardoor ook gesteund in hun belangrijke werk. Ouders zijn trots dat hun kinderen grote vorderingen maken. Als ik daar ter plekke ben, kan ik rechtstreeks in gesprek met de kinderen, de leerkrachten en ouders. Hierdoor ben ik ervan overtuigd dat het geld goed besteed wordt, dat ons werk verschil maakt. We investeren in een betere toekomst van vluchtelingkinderen en andere arme, kwetsbare jongens en meiden. Waarbij we, zeker de laatste maanden, veel aandacht geven aan hygiënische maatregelen in het kader van corona-bestrijding.

We investeren in een betere toekomst van vluchtelingkinderen en andere arme, kwetsbare jongens en meiden.

Wat is je het meest bijgebleven van de mensen die je daar hebt ontmoet?

Het is heel indrukwekkend dat leerkrachten in buitengewoon arme omstandigheden, met heel weinig materiaal en meubilair, dag in dag uit hun stinkende best doen de kinderen vooruit te helpen. Daarnaast is het bijzonder om te zien dat kinderen met wat bijscholing en goede, intensieve pedagogische begeleiding in een veilige leeromgeving echt grote stappen maken. Ze voelen zich steeds zekerder, weten wat ze willen, ook na de lagere school. Hun soms traumatische vluchtervaringen kunnen worden vergeten. Ze krijgen de kans om vooruit te kijken.

Waarom mogen we de crisis in Niger niet vergeten?

Niger is al jaren het allerarmste land ter wereld. Op alle fronten scoort het droge en verarmde land laag: landbouw, onderwijs, gezondheidszorg. Dat was 25 jaar geleden toen ik er voor het laatst was, al zo. En is jammer genoeg nog steeds zo. Maar ook in Niger leven mensen zoals jij en ik. Kinderen die met plezier naar school willen gaan. Ouders die hun kinderen een betere toekomst willen geven. Mensen zoals jij en ik die de pech hebben geboren te zijn in een context met minder mogelijkheden. In een context van geweld of ontheemding. Zeker de vrouwen en meisjes. Ook zij hebben het recht op een dak boven hun hoofd, op voeding en schoon drinkwater, op onderwijs en gelijke kansen voor mannen en vrouwen, jongens en meiden. Het zijn gewone zaken hier in Nederland, maar in Niger lang niet vanzelfsprekend.

Ook in Niger wonen mensen zoals jij en ik. Mensen die de pech hebben geboren te zijn in een context met minder mogelijkheden.

De hele zomer lang besteden we aandacht aan 7 vergeten crises. Deze week staat Niger centraal. Wil je meer weten over de situatie in dit land? Klik dan hier.


Stichting Vluchteling
English
sluit