Saoedi-Arabië, Qatar, Koeweit, Bahrein en de Arabische Emiraten: het zijn rijke Arabische landen die dichtbij Syrië liggen. Waarom vangen deze rijke landen geen vluchtelingen uit de regio op? Er gaan verschillende berichten en cijfers rond over het opnamebeleid van de Golfstaten.
Gek is dat niet: tot nu toe weigeren deze landen het vluchtelingenverdrag te ondertekenen. Syriërs op de vlucht worden in deze landen dus niet als vluchteling geregistreerd. Het staatspersbureau van Saoedi-Arabië claimt echter dat het land al ruim 2,5 miljoen Syriërs zou hebben opgevangen. Dit kan niet worden bevestigd door de UNHCR, die vluchtelingenstromen wereldwijd in kaart brengt.
Het blijft dus ondoorzichtig wat de rijke Arabische landen daadwerkelijk in eigen land doen aan opvang van (Syrische) vluchtelingen, maar het lijkt erop dat de landen weinig vluchtelingen opnemen. Niet alleen vanuit het buitenland komt hier kritiek op: “De Golfstaten hebben als medemoslims een grotere verantwoordelijkheid dan de Europeanen”, aldus studenten uit Saoedi-Arabië.
Wat doen de golfstaten wel?
Het is echter niet zo dat de Golfstaten helemaal niets doen. “Sommigen zijn erg flexibel met vernieuwen van visa. Ze sturen in elk geval geen Syriërs terug de oorlog in.”
Bovendien dragen Saoedi-Arabië, de Arabische Emiraten, Koeweit en Qatar bij aan humanitaire hulp bij het Syrische conflict via UN Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA). Bij elkaar hebben deze landen inmiddels bijna 400 miljoen dollar bijgedragen en nog eens ruim 300 miljoen dollar toegezegd tot eind 2015.
Na de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en de Europese Unie, staat Koeweit op nummer 5 van landen die het meeste geld doneren voor humanitaire hulp aan de slachtoffers van het Syrische conflict.