In augustus 2014 werd de Jezidi gemeenschap in het Sinjar gebergte in Noord-Irak aangevallen door de Islamitische Staat (IS). De Jezidi werden door IS gezien als ongelovigen en grote aantallen mensen werden gedood, verkracht en ontvoerd. Tussen augustus 2014 en juni 2017 werden ongeveer 7.000 Jezidi ontvoerd, vooral vrouwen en meisjes.
De 450.000 mensen die in het Sinjar gebied leven werden gedwongen te vluchten. Zij vluchtten naar 14 ontheemdenkampen in Dohuk in Iraaks Koerdistan, zowel naar informele kampen in het Sinjar gebergte als naar Syrië. Op dit moment is 18% van alle ontheemden in Irak afkomstig uit het district Sinjar.
Het Sinjar gebergte werd in 2 fases bevrijd van IS. Eerst werd het noorden en de top van het gebergte veroverd en stonden daarna onder controle van de Koerdische regionale overheid tot de centraal Iraakse regering de controle overnam op 16 oktober 2017. Het zuiden van het gebergte werd in juni 2017 veroverd maar was tot september 2017 amper toegankelijk vanwege de veiligheidssituatie. Het Sinjar gebergte is nog steeds een formeel betwist gebied tussen de Koerdische regionale overheid en de centraal Iraakse regering en wederopbouw van infrastructuur komt mede hierdoor erg traag op gang.
De noodzaak voor hulp in de Sinjar is erg groot. Er liggen overal mijnen en er zijn nauwelijks basisvoorzieningen aanwezig. Er is vooral behoefte aan onderwijs en gezondheidszorg. Onze lokale partner Yazda heeft met steun van Stichting Vluchteling in 2016 een mobiele kliniek opgezet ten noorden van het Sinjar gebergte. Met deze nieuwe investering zorgt Stichting Vluchteling ervoor dat de mobiele kliniek niet alleen kan blijven rijden naar de 14 dorpen, maar dat de medische zorg ook verbeterd kan worden. Hierdoor hebben 9.000 mensen een jaar lang toegang tot medische zorg. De volgende activiteiten vallen onder dit project: