Sinds de zomer van 2015 is Servië een van de doorreislanden op de zogenoemde "Balkanroute" waarlangs mensen op de vlucht doorreizen naar hun gewenste eindbestemming, meestal in de West-Europese Unie. In de jaren die verstreken zijn, is er weinig gedaan om ervoor te zorgen dat mensen die in Servië op doorreis zijn, worden geïnformeerd over hun rechten en plichten, en over manieren om ervoor te zorgen dat hun mensenrechten in het land worden nageleefd.
Mensen vluchten naar Servië vanuit verschillende landen in het Midden-Oosten, Azië en Afrika: Afghanistan, Syrië, Iran, Irak, Pakistan, Bangladesh, Somalië, Eritrea, Burundi, Marokko, Tunesië, Algerije en anderen. In Servië verblijven de mensen op de vlucht ofwel in opvang- en asielcentra, of in informele nederzettingen (kraakpanden) in de noordelijke grensgebieden en in het stedelijke gebied van de hoofdstad Belgrado.
Mensen die in afgelegen gebieden verblijven, worden geïsoleerd, buitengesloten van de gemeenschap, bang gemaakt, lastiggevallen en krijgen soms te maken met fysiek geweld. De meesten van hen weten niet wat ze wettelijk wel en niet mogen doen, tot wie ze zich kunnen wenden voor verschillende vormen van hulp, bij wie ze gevallen van geweld kunnen melden en andere informatie die voor hen van cruciaal belang is om belangrijke beslissingen te kunnen nemen voor hun eigen leven en dat van hun gezin. Hulp is hard nodig.