Waar de bewoners menselijk behandeld werden en de hoop leefde

Het was er schoon, en veilig. De kinderen konden een balletje trappen, of een muziekinstrument bespelen. Er waren wasmachines, ook eentje om kleding met schurft apart te kunnen houden, en de inwoners kregen hun ontbijt aan de deur afgeleverd uit handen van een van de vrijwilligers, waarvan velen uit Nederland. De kaarsrechte paden door het kamp waren wit, netjes. Er was ook een bijna-net-echt-winkeltje waar je met een soort van bonnensysteem kleding kon uitkiezen, en een kapper met zo’n fraaie ouderwetse stoel. Als de zon scheen, dat doet het best vaak op het prachtige Griekse eiland Lesbos, dan was het een vriendelijk vluchtelingenkamp waar de bewoners menselijk behandeld werden en de hoop leefde: Kara Tepe.


Kara Tepe was gebouwd voor de meest kwetsbare asielzoekers die naar het eiland kwamen. Oude mensen, alleenstaande moeders, zieken of invaliden, mensen die flink de kluts kwijt waren omdat ze veel, en veel te veel gezien en meegemaakt hadden op hun helletocht naar veiligheid en een toekomst. Het alternatief voor Kara Tepe heette Moria, u hebt er vast over gelezen. Het kamp dat met rollen prikkeldraad afgesloten werd van de buitenwereld, waar het vuil metershoog opgestapeld lag, en waar de ratten bacchanalen aanrichtten. Het kamp waar de vrouwen ‘s nachts niet naar het toilet durfden te gaan, zo onveilig was het er. Zij droegen liever een luier. Het eten was er slecht, als je ziek werd was er een ernstig probleem, de zelfgebouwde hutten waren mensonwaardig. Het was er vreselijk.


De gelukkigen, maar dus eigenlijk de ongelukkigen want ziek, gehandicapt, getraumatiseerd of alleen, mochten naar Kara Tepe waar het krot van Moria vervangen werd door een halve containerwoning. De angst maakte plaats voor de slome loomheid van een Griekse warme dag. Kara Tepe gaf de mensen een klein beetje waardigheid en hoop, in al hun misère.


De autoriteiten op het eiland dreigden al enige tijd met de sluiting van Kara Tepe. Alle vluchtelingen moesten samengebracht worden in één kamp waar het makkelijker was toezicht te houden. U hebt er vast van gehoord, in de volksmond heet dat nieuwe kamp Moria-2. Zoals Moria-2 moet de hel er ongeveer uitzien, met zijn wapperende tenten, pal aan de zee een makkelijke prooi voor de elementen. Met zijn smerige sanitair, urenlange wachtrijen voor het nauwelijks eetbare eten en opnieuw, onveiligheid. We hoopten dat de autoriteiten van Lesbos de menselijkheid van Kara Tepe zouden koesteren.


Tevergeefs.


Afgelopen week werden de bewoners onder dwang verhuisd naar Moria-2. De poorten van Kara Tepe zijn voorgoed gesloten. De trapveldjes ontmanteld, net als de keurige toiletblokken, het boetiekje en de kapperszaak. Een nieuwe, afschuwelijke stap in het al zo lang voortdenderende proces van onverschilligheid en onmenselijkheid, nota bene op Europees grondgebied, binnen de Europese Unie. Dat bent u, en dat zijn wij.


Onze pleidooien voor de allerkwetsbaarste medemensen zijn vaak voor dovenmansoren. Maar we geven niet op, we geven nooit op. We blijven onverminderd inzetten op menswaardige omstandigheden voor hen in die ellendige kampen op de Griekse eilanden. Kara Tepe heeft ons geleerd dat het kán. Dat dit voorbeeld van hoop nu ten gronde wordt gericht is onacceptabel, en onderstreept opnieuw dat niet-kunnen op het kerkhof ligt, en niet-willen ernaast.


Tineke Ceelen, directeur Stichting Vluchteling.