Volhouden

‘Hoe hou je het toch vol?’

Een veelgestelde vraag die direct ook een oordeel velt over de zwaarte van ons werk. Ik zal het niet ontkennen, menselijk lijden is vreselijk. Ik probeer emotioneel afstand te houden van de verhalen die ik hoor, van de ellende die ik zie.

De jonge vader die plastic kratten in een kacheltje stopte in de Bekaavallei in Libanon, om zijn kinderen warm te houden. Zij werden ziek van de giftige plasticdampen. De uitgemergelde peuters in Jemen, Kenia of Somalië, omdat de ouders geen eten konden betalen, of omdat er helemaal geen eten meer was, midden in een oorlog. De invaliden, die vastzaten met hun rolstoel in de modder van kamp Moria op het Griekse eiland Lesbos. Wanhopige ouders, die hun kind kwijtraakten op de vlucht, in Ivoorkust. De bange vader in een vluchtelingenkamp in Kenia, die vreesde voor het leven van zijn doodzieke zoon. ‘We zijn maar met ons beiden mevrouw, ik heb verder niemand meer’. De vrouwen, van kleine meisjes tot oude grootmoeders, die fysiek en psychisch zwaar gewond hun verhaal deden van gruwelijk wrede verkrachtingen, in Congo maar ook in Irak en Syrië. Het 16-jarige Jezidi-meisje dat na 6 jaren gevangenschap onder de Islamitische Staat, eindeloze verkrachtingen en verkoop op openbare slavenmarkten, onlangs vrijkwam en ontdekte dat haar vader vermoord was en haar moeder inmiddels in Canada woont. 

Soms lukt het niet afstand te houden en komen de verhalen snoeihard binnen, ze snijden dwars door je ziel, benemen je alle zuurstof en teisteren je in je slaap. Soms huil ik, omdat ik de ellende eigenlijk niet aan kan horen en er ook niet genoeg aan kan doen.

Maar meestal motiveert onrecht, wreedheid en oneerlijke armoede om in actie te komen, om iets te doen, om te helpen. Om u te mailen, om u te vragen om geld, ja om te bedelen, om brandstof en warme kleren te kunnen kopen, voor dat gezin in die tent in Libanon, om het ziekenhuis in Congo te kunnen financieren om die geknakte vrouwen lichamelijk en psychisch te helen, om het jonge Jezidi-meisje te kunnen herenigen met haar moeder, na 6 lange, bange, eenzame jaren. Zo houd ik het vol.

Ondertussen zijn er ook mensen die bedenken dat ze meisjes kunnen kopen en verkopen, kunnen verkrachten en mishandelen. Ministers en Kamerleden die vinden dat elke euro die uitgegeven wordt aan hulp aan berooide wereldburgers, weggegooid geld is. Of dat de zielen die proberen per bootje ons Europa te bereiken ‘dobbernegers’ zijn. Je hebt mensen die zulke woorden verzinnen, echt waar. Mensen die vinden dat wij beter zijn dan zij die hulp nodig hebben.

Als ik het ooit niet meer kan, dit werk, de ellende van de medemens aanhoren en aanzien, dan is dat niet om de verhalen van de onfortuinlijken, maar om de hartvochtige harteloosheid van hen die het leed veroorzaken, of weigeren er iets aan te doen.

Tineke Ceelen (directeur Stichting Vluchteling)

Benieuwd waar Tineke de laatste tijd nog meer een column over heeft geschreven? Kijk dan eens op haar persoonlijke pagina.