PETRUS

Voor dag en dauw belt een woedende meneer. Hij is des duivels vanwege mijn uitlatingen op twitter over een verworpen motie over Neerlands steun aan mensen die onder afschuwelijke omstandigheden opgevangen worden in Griekenland. Een van de gewraakte tweets ging over taferelen aan de hemelpoort, zoals ik ze mij voorstel vanaf mijn jongste jaren. Petrus beslist of je de hemel in mag, of niet, daarom staat hij bij de deur op wacht. Sommige mensen zijn evident niet welkom, denk ik dan. Wrede mensen, hardvochtige mensen, egoïstische mensen, massamoordenaars, serieverkrachters en dat soort lieden worden door Petrus gegarandeerd linea recta richting hel, en als de klojo in kwestie mazzel heeft, het vagevuur gestuurd. Daar reinigen ze bezoedelde zielen en dan mag je alsnog naar de hemel.


Mij leek het wel terecht dat Petrus knorrig wordt als je willens en wetens duizenden mensen op de Griekse eilanden in mensonwaardige omstandigheden laat zitten. In kampen waar de elementen vrij spel hebben, waar het sanitair zo smerig is dat geen mens er gebruik van wil maken, waar een klein meisje verkracht wordt en zieken alleen na veel soebatten en lang wachten een dokter kunnen zien. Een plaats waar trauma’s verdiepen en levens voor altijd kapot gemaakt worden. En dat jaar in, jaar uit, op een rijk, welvarend continent.


Wij pleiten ervoor om 500 alleenreizende kinderen van die eilanden naar Nederland te halen, om hen hier een veilige toekomst te geven. De weerzin tegen relocatie van de eilanden naar ons land is zo groot dat we dachten dat kinderen de beste kans maakten. Maar wat mij betreft hadden het ook alleenstaande moeders mogen zijn, of invaliden, of bejaarden, of chronisch zieken. Uiteindelijk is het niet alleen hardvochtig om mensen in zulke slechte omstandigheden op te vangen, het is ook verwerpelijk, voor een zo rijk deel van de wereld als het onze. En dat valt ook óns te verwijten. Jarenlang wisten we geen oplossing te bedenken, maar lieten de bewoners van de kampen op de Griekse eilanden letterlijk in de blubber zakken. Het zou onze eer te na moeten zijn mensen zo slecht te behandelen. Maar dat is het niet.


Al jaren helpen we op Lesbos, Chios en Samos, terwijl de noden in Congo, Syrië of Venezuela ons eigenlijke werkterrein zijn. Maar we kunnen niet anders, want Europa doet het niet.


Al jaren pleiten we voor snelle rechtvaardige procedures en een fatsoenlijke opvang. We moeten wel, want het gebeurt niet.


Al jaren smeken we om overname van de allerkwetsbaarsten. Of dat nou kinderen zijn of anderen, het is ons om het even. We moeten wel; keer op keer in alle toonhoogtes en talen hierop aandringen, want Nederland wil het niet.


Wij hebben er niets voor gedaan geboren te worden in het rijke, welvarende, stabiele Westen. Zij kozen er niet voor ter wereld te komen in een oorlogsgebied, een straatarm land, een plek zonder toekomst.


Dat maakt ons schatplichtig. Dat we dat niet voelen, daar niet naar handelen, daar ben ik dan weer woedend, nee des duivels over. Als ik Petrus aan de hemelpoort was, wist ik het wel. En daar mag u gerust boos over worden.

Tineke Ceelen, directeur Stichting Vluchteling.