Het jongetje dat wanhopig huilend in een van de weinige overgebleven klinieken in Aleppo toekijkt hoe artsen evenzo wanhopig, tevergeefs proberen het leven van zijn kleine broertje te redden. Ze speelden samen op straat toen de bommen vielen.
De moeder die gillend haar drie kleine, dode, kinderen omarmt in een mortuarium, ergens in Syrië.
De vader die met bebloed kind in zijn armen, met wijd opengesperde ogen, rennend op zoek is naar hulp.
De gezinnen die op een berghelling in het grensgebied met Turkije, onder een stuk zeil, in de wintermaanden schuilen tegen de regen en de kou. Er is geen hulp, in geen velden of wegen.
De jonge vrouw, met haar babydochtertje, die op een zolder van een niet afgebouwd huis is neergestreken, pal op de grens van Libanon met Syrië. Er zitten nog geen ramen in, ze klappertandt van de kou. Haar kind houdt ze warm met alles wat ze heeft. De eigenaar van het huis eist seksuele diensten van de mooie jonge moeder, omdat zij geen geld heeft om huur te betalen.
Mohammed, het jochie uit Kobani, dat in een speeltuin in Sanliurfa, Turks probeert te leren door naar de kinderen te luisteren. Hij mist zijn school heel erg, vertelt hij.
Het 16-jarige meisje Maha, dat vrijkomt nadat zij als tienjarige meegenomen werd door de strijders van de Islamitische Staat en jaar in jaar uit door hen misbruikt werd als seksslavin. Maha is een van de velen die dit lot beschoren was. In Irak en in Syrië.
De vrouwen net over de grens vanuit Turkije, toen we met een oude rammelende taxi, en een bonkend hart, begin 2012 Syrië ingaan. Zij vertellen dat ze kogels kunnen kopen in de winkel, maar geen brood.
De huilende moeder die ons vastklampt in een gloednieuw tentenkamp in Irak, ze is net aangekomen vanuit Syrië, en heeft geen melk voor haar baby, geen dekens om warm te blijven, en geen idee of haar man nog leeft en waar hij is.
De oude vrouw in Jordanië, die mijn beide handen stevig vasthoudt, alsof ze me nooit meer wil laten gaan, en vertelt dat ze moederziel alleen is, nadat al haar kinderen stierven door de oorlog thuis in Syrië.
Tien herinneringen. Er zijn nog zoveel verhalen meer.
Daar moet ik aan denken, nu, 10 jaar nadat de oorlog in Syrië begon en wij naar de stembus gaan deze week.
Rutte vertelde te overwegen onze landsgrenzen te zullen sluiten mocht er opnieuw een grote vluchtelingencrisis komen. Het CDA stemde wederom tégen alle moties waarmee geprobeerd werd de kinderen in ellendige kampen op de Griekse eilanden te helpen. D66 en CU zeggen spijt te hebben dat ze niet beter konden doen voor mensen op de vlucht, in het kabinet dat nu verleden tijd is.
Ik zie het bloed, het verdriet, de pijn, de kou, de eenzaamheid, de kinderen en vraag u waar u staat, als de nood aan de mens komt.
Tineke Ceelen
Directeur Stichting Vluchteling