27-08-2020

Het hartverscheurende verhaal van Esperance

Deze week gaan we dieper in op de vergeten crisis in Democratische Republiek Congo. In dit land zijn 5 miljoen mensen op de vlucht voor het aanhoudende geweld van verschillende gewapende groepen en wordt verkrachting veelvuldig ingezet als oorlogswapen. Stichting Vluchteling biedt in samenwerking met de Panzi Foundation medische en psychosociale zorg voor slachtoffers van seksueel geweld en vrouwen met gynaecologische problemen in de provincie Zuid-Kivu. We doen dit voor vrouwen zoals Esperance die het slachtoffer zijn geworden van seksueel geweld

Verkracht en verstoten

Aan 2006 denkt de Congolese Esperance liever niet meer terug. De getrouwde vrouw en moeder van vier kinderen uit de regio Kalehe in Zuid-Kivu werd dat jaar verkracht door twee mannen in militair uniform. Haar man kon niet omgaan met de situatie, twee maanden na de vreselijke gebeurtenis werd zij door hem verstoten. Esperance ontving psychosociale hulp maar voelde zich niet begrepen. Ze werd steeds neerslachtiger en kon het mentaal niet meer opbrengen om haar land te bewerken of zich onder de mensen te begeven op de markt. Uiteindelijk trok de moeder met haar kinderen in bij haar vader. Geld om hen naar school te laten gaan had ze niet.

En toen.. gebeurde het weer

In 2014 werd Esperance weer het slachtoffer van verkrachting, ditmaal door rebellen. Nergens in de buurt waren hiv-remmers voorhanden. Dorpsgenoten namen contact op met het Panzi ziekenhuis en de mobiele kliniek zorgde ervoor dat de hiv-remmers nog diezelfde avond werd geleverd. Esperance werd steeds depressiever. Drie maanden na de tweede verkrachting deed ze een zelfmoordpoging.

Met hulp van het Panzi ziekenhuis

Toen de mobiele kliniek kort na de zelfmoordpoging haar dorp bezocht, overtuigde een vertegenwoordiger van onze lokale partner Panzi de vrouw ervan om met een psycholoog te praten. Het hielp. Elke keer als de mobiele kliniek langskwam had Esperance meerdere gesprekken met de psycholoog. Ze begon zich steeds beter te voelen. Na vijf maanden was ze niet meer bang om naar haar akker te gaan aan de rand van het dorp. De markt bezoeken was nog een stap te ver. Daarnaast heeft ze bij de mobiele kliniek een hiv-test kunnen doen, gelukkig is ze niet geïnfecteerd met het virus.

Op aanraden van de psycholoog sloot Esperance zich aan bij een vrouwencoöperatie die samen zeep maken. Ze voelde zich veilig en gehoord binnen de groep. De zeepproductie en verkoop ging goed. Langzaam durfde ze zich weer onder de mensen te begeven. Niet alleen met Esperance gaat het steeds beter, dankzij haar nieuwe inkomen kunnen nu al twee van haar kinderen naar school en ze heeft sinds kort weer contact met haar man.

De hele zomer lang besteden we aandacht aan 7 vergeten crises. Deze week staat Democratische Republiek Congo centraal. Wil je meer weten over de situatie in dit land? Klik dan  hier.