Een kolkende asieltsunami. Dobbernegers. Testosteronbommen. Een keuze uit de vele hatelijke bewoordingen die vandaag de dag gebruikt worden om mensen op de vlucht te omschrijven. Behalve wat verontwaardigd gemompel is er bedroevend weinig protest tegen deze ontmenselijking van vluchtelingen en migranten. De toon van het debat over onze kwetsbare medemens is grimmig geworden.
Het ontroert mij dan ook u, padre Solalinde, hier vandaag te mogen eren. U bent pal blijven staan voor mensen in nood. In weerwil van bedreigingen en beschimpingen bent u doorgegaan met uw hulp aan vluchtelingen en migranten. Als we meer Padre Solalindes hadden zou de wereld er een stuk mooier uitzien.
Ik neem u mee op reis naar het Griekse Lesbos in het voorjaar van 2015.
Een oude man hing in elkaar gedoken tegen een muur op een schoolpleintje in Molivos op de noordpunt van het eiland. Hij was een paar uur eerder, met vele anderen, aangekomen in een rubberbootje. De meeste van hen kwamen uit Syrië, Afghanistan of Irak, anderen uit Afrika, hopend op veiligheid, een beter leven, en een toekomst voor hun kinderen.
Een Griekse vrijwilliger deelde wat broodjes uit. Verder was er niemand die zich om deze mensen bekommerde. Een moeder klopte op de deur van een restaurant en vroeg of haar dochtertje van het toilet gebruik mocht maken. Het meisje huppelde in hoge nood van het ene op het andere beentje. De eigenaar wees nors op een briefje dat hij op het raam had geplakt: ‘NO WC’. Hulp aan deze mensen was verboden, op overtreding stond een fikse boete. Ze moesten in de brandende zon, door de bergen, 70 kilometer lopen naar de hoofdstad Mytilini om zich daar als vluchteling te laten registreren.
De mensensmokkelaars in Turkije hadden de rolstoel van de oude man overboord gegooid om plaats te maken voor nóg een betalende passagier. We droegen hem naar onze auto. Ik zag dat de bejaarde man gegeneerd probeerde te verhullen dat hij zichzelf nat geplast had.
Hij was er één van ruim 68 miljoen vluchtelingen en ontheemden wereldwijd. Migranten niet meegerekend, dat is een veelvoud daarvan. Ze vluchtten voor geweld, honger, armoede en een gebrek aan perspectief op een menswaardig bestaan.
Vluchtelingen en migranten zijn in ons democratische Europa tot een splijtzwam gemaakt. In 2015, toen Europese regeringen zich overspoeld voelden door mensen op de vlucht, suggereerden politici dat de migratiecrisis wel eens het einde van de Europese Unie zou kunnen gaan betekenen. Landen als Hongarije en Polen sloten hun grenzen voor vluchtelingen uit niet-christelijke culturen. Migrantenbootjes werden beschoten door kustwachtschepen. ‘Bezorgde burgers’ hingen varkenskoppen aan hekken.
Eind februari verscheen van de onderzoeksjournaliste Linda Polman het boek ‘Niemand Wil Ze Hebben’ over het Europese vluchtelingenbeleid vanaf 1938. Zij trekt parallellen tussen toen en nu.
In plaats van Joodse vluchtelingen uit nazi-Duitsland een veilig heenkomen te bieden, gooiden Europese landen hun grenzen op slot. Die Europese vluchtelingencrisis escaleerde na de Anschluss van Oostenrijk bij nazi-Duitsland in maart 1938.
200.000 Oostenrijkse Joden voegden zich bij de vluchtelingenstroom uit Duitsland. Opgejaagd, kaalgeplukt, doolden de vluchtelingen van de ene grensovergang naar de andere, waar bewakers ze keer op keer zonder pardon terugduwden.
Het waren niet Europese politieke leiders die ten langen leste een internationale top organiseerden over het Europese vluchtelingenprobleem: het was de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt die het initiatief nam. In juli 1938 verzocht hij 32 regeringen zich te melden in het elegante kuuroord Evian op de Franse oever van het Meer van Genève.
De notulen van de Evian Conferentie hadden net zo goed 80 jaar na dato, nu dus, geschreven kunnen zijn. Alle argumenten die politiek leiders tóén gebruikten om de vluchtelingen niet toe te laten, gebruiken ze vandaag nog steeds.
In de Evian-notulen lezen we: ‘We zitten vol’. ‘De economie zit tegen’. ‘Ze bedreigen onze normen en waarden’. ‘Ze bedreigen de nationale veiligheid, want in de stroom vluchtelingen bevinden zich oproerkraaiers’.
Ook toen al was er de angst voor de aanzuigende werking: als we deze Duitse en Oostenrijkse Joden binnenlaten, zullen de drie miljoen Joden in Polen denken dat ze ook welkom zijn.
De uitkomst van de conferentie was: Niemand wil ze hebben. Niet één Europees land opende zijn grenzen. Geen enkel land had Hitler het recht betwist om de Joodse vluchtelingenkwestie naar eigen inzicht af te handelen. Na Evian radicaliseerde de nazipartij verder. Vier maanden na de conferentie, in de nacht van 9 op 10 november 1938, voltrok zich de Kristallnacht. Meer dan 100 Joden werden vermoord, bijna 200 synagogen gingen in vlammen op, 30.000 Joodse mannen werden naar kampen afgevoerd.
En Nederland? Dat verdubbelde na de Kristallnacht zijn grensbewaking. Het is hartverscheurend om in de New York Times van 14 november 1938 – vier dagen na de Kristallnacht – te lezen dat Joden aan de Nederlandse grens ‘letterlijk op hun knieën Nederlandse grensbewakers smeekten hen door te laten. Maar […] er waren strikte orders om een vluchtelingeninvasie te voorkomen.’
In Europa’s recente ‘antimigratiedeals’ met landen langs Europa’s buitengrenzen valt een parallel te trekken met 1938. Destijds waren Europese landen slechts bereid om in Evian mee te vergaderen als ze nazi-Duitsland niet zouden hoeven bekritiseren en hun goede handelsrelatie op het spel zetten. Anno nu zijn de Europese landen precies zo zuinig op hun relatie met de dictaturen langs de buitengrens van Europa: die hebben ze namelijk nodig om migranten en vluchtelingen op weg naar Europa tegen te houden, in kampen en detentiecentra die mensenrechtengroepen soms doen denken aan de naziconcentratiekampen van destijds.
Europa sluit deals met een land als Soedan om vluchtelingen tegen te houden. Tegen Soedans leider, Omar Al Bashir, loopt een arrestatiebevel voor misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden waarbij het regiem zelf miljoenen vluchtelingen genereerde.
Het zijn treurige constateringen over een Europa dat zich na de Tweede Wereldoorlog met ‘nooit meer’ voornam om een humanitair baken voor de rest van de wereld te zijn.
De geschiedenis leert dat we het, als het om mensenrechten gaat, niet altijd van overheden moeten hebben. Als het gaat om medemenselijkheid kijken we beter naar moedige en betrokken individuen.
In 2015, toen velen per boot vanuit Turkije kwamen, deelden Europese burgers boterhammen of droge sokken uit langs de route waarlangs een miljoen vluchtelingen en migranten vanuit Griekenland over de Balkan trok. Op de Griekse eilanden doen vrijwilligers dat nog steeds.
We zien hetzelfde gebeuren vandaag in Mexico. Op dit moment zijn tienduizenden mensen uit zuidelijker gelegen landen op weg naar een hopelijk beter leven in het noorden. Ook zij werden van huis en haard verjaagd door geweld, honger en ziekte. En ook zij lopen richting zware grensbewaking, hoge muren en het anti-migratiebeleid van Trump. De route is duizenden kilometers lang: de meesten gaan te voet. Ook daar in Mexico staan vrijwilligers langs de kant van de weg met eten, een fles water of schoenen zonder gaten erin.
Padre Alejandro Solalinde Guerra, is een van die Mexicanen. U bent de held die wij vandaag lof toezwaaien.
In uw opvangcentrum Hermanos en el Camino in het zuiden van Mexico biedt u een plek om even op adem te komen. De route door Mexico is levensgevaarlijk. Ontelbaren worden onderweg beroofd, verkracht, afgeperst, mishandeld of ontvoerd, door criminele bendes, maar ook door politie en grensbewakers.
U helpt 20.000 mannen, vrouwen en kinderen per jaar, met gevaar voor eigen leven, want de bendes die geld aan de migranten en vluchtelingen verdienen zien het liefste dat uw opvanghuis zijn poorten sluit.
U leert ons dat we niet de andere kant op moeten kijken als we onrecht zien, en dat we niet mogen zwijgen. U bent een inspiratiebron en voorbeeld, u bent één van die individuen die te midden van politiek cynisme, geweld en armoede de menselijke waarden recht overeind houdt. U bent één mens die verschil maakt in tienduizenden, misschien wel honderdduizenden levens.
Het is een eer om de Geuzenpenning 2019 aan u uit te mogen reiken, Padre Solalinde, een man van grote moed en morele waarde. Zoals u het doet, ga je om met je medemens. Daar kunnen wij nog wat van leren.