Ondanks de ernst van de situatie in het noorden van Kameroen - de reden voor een werkbezoek aan een land is vrijwel nooit fijn - word ik heel blij als ons VN-toestel de wielen uitklapt voor de landing in Maroua. Zestien jaar geleden woonden we hier, mijn toen peuterdochter en ik. Het waren drie onbevangen, gelukkige jaren. Maar tijden zijn veranderd. Drie jaar geleden sloeg het geweld van de aan Islamitische Staat verbonden terreurbeweging Boko Haram vanuit Nigeria over naar Kameroen. Honderdduizenden sloegen op de vlucht, vanuit Nigeria en ook vanuit het grensgebied in Kameroen.
Direct nadat we zijn geland op het vertrouwde vliegveld van Maroua, gaan we op pad naar het vluchtelingenkamp Minawao. Het kamp ligt verstopt, ver weg, van alles verlaten. Eerst bezoek ik het ontvangstcentrum, waar gekeken wordt wie de nieuwkomers zijn, en of ze recht hebben op toegang tot het kamp. Vlakbij de ingang van dit minikampje liggen zo’n twintig vrouwen met hun kinderen in de schaduw van wat bomen. Ze hebben geen identiteitspapieren, kunnen niet bewijzen dat ze uit Nigeria komen en dus mogen ze niet naar het vluchtelingenkamp. De vrouwen vertellen me, zichtbaar uitgeput en radeloos, dat hun mannen zijn vermoord, of dat ze elkaar uit het oog zijn verloren toen ze midden in de nacht op de vlucht sloegen omdat Boko Haram hun huizen in brand zette. Ze hebben niets, letterlijk niets. De kinderen lopen blootvoets, een peutertje kauwt op een slipper van zijn moeder, als vervanging voor een bijtring. (Tekst loopt verder onder de foto.)
Het geweld van de aan Islamitische Staat verbonden terreurbeweging Boko Haram sloeg vanuit Nigeria over. Honderdduizenden mensen zijn op de vlucht geslagen, vanuit Nigeria en ook vanuit het grensgebied in Kameroen. (Foto: Eddy van Wessel).
Fati en haar vijf kinderen mochten wel naar binnen. Ze vertelt dat ze niets meer hebben, behalve de kleren die het gezin draagt. Het is twee dagen geleden dat het gezin voor het laatst iets heeft gegeten. De ambtenaar die de gegevens van de nieuwkomers opneemt, haalt zijn schouders op en laat mij zijn lege handen zijn. ‘Er is geen geld, mevrouw. Wij kunnen hen niets geven.’ De budgetten van de hulporganisaties en de Verenigde Naties zijn drastisch lager dan vorig jaar, en dat vertaalt zich in honger, buiten slapende vluchtelingen, een gebrek aan schoon drinkwater en andere basale dingen die mensen nou eenmaal nodig hebben om te overleven.
Reisverslag 2 Kameroen: “Boko Haram lokt jongeren met opwindende beloftes”
Reisverslag 3 Kameroen: “In het verwoeste Amchide heerst honger en angst”
Reisverslag 4 Kameroen: “In het zuidwesten heerst een felle onafhankelijkheidsstrijd”
Reisverslag 5 Kameroen: “Op de vlucht voor geweld bevalt Violet in het bos”
Reisverslag 6 Kameroen: ‘Iedereen huilt, ik krijg nauwelijks lucht’