Onderweg van Maroua naar Buea
Kameroen is een veelgeplaagd land, anno 2019. Behalve de crisis met de terroristen van Boko Haram in het noorden, kampt Kameroen in het oosten met een kwart miljoen vluchtelingen uit de naburige Centraal Afrikaanse Republiek. De derde crisis waar het land mee worstelt echter, is de grootste, met zijn 530.000 landgenoten op de vlucht, en ook de meest ingewikkelde.
Twee westelijke provincies grenzend aan Nigeria zijn Engelstalig, in tegenstelling tot de rest van het land waar het Frans de voertaal is. Al sinds de onafhankelijkheid in 1961, zorgt deze tegenstelling voor problemen. Toen in 2016 de regering Franstalig onderwijs invoerde in de Engelstalige provincies, sloeg de vlam in de pan. Separatistische gewapende groepen, verenigd onder de naam ‘Ambaboys’, richten hun woede niet alleen op de overheid en alles wat daarmee te maken heeft. Ook schoolgaande kinderen, onderwijzers of burgers die bij wegversperringen van Ambaboys worden aangetroffen met Kameroense identiteitspapieren, worden ontvoerd, gemarteld of doodgeschoten.
De Ambaboys riepen een eigen land uit, Ambazonia, met een eigen vlag, en eigen regels. Elke maandag is het ‘lockdown’, niemand mag zich buiten vertonen, de winkels zijn dicht, het is muisstil op straat. Chauffeurs die het toch wagen op stap te gaan, worden staande gehouden, hun auto’s in brand gestoken, en als ze geluk hebben, brengen zij het er zelf levend af.
Hulp die afkomstig zou kunnen zijn van de overheid wordt geweigerd. Hulporganisaties moeten aantonen dat de zeilen, emmers, rolstoelen en zakken rijst níet door de Kameroense autoriteiten zijn betaald. De achterdocht maakt het werken ingewikkeld, en gevaarlijk. (Tekst gaat verder onder de foto.)
Militairen controleren burgers langs een weg in het westen van het land.
Foto's: Eddy van Wessel
Evenzo bloeddorstig zijn de overal aanwezige militairen. Ze zijn intimiderend met hun zwarte kleding, helmen, gezichtsbedekking en grote machinegeweren. Als je bij hun controleposten geen nationale identiteitskaart kunt laten zien, ben je bij voorbaat verdacht bij de separatisten te horen. Mannen worden meegenomen de bossen in, en zonder pardon geëxecuteerd. In dorpen die ervan verdacht worden burgers te huisvesten met separatistische sympathieën, valt ‘s nachts het leger binnen. Huizen worden in brand gestoken, burgers massaal op de vlucht gejaagd.
Daarenboven erkent de regering niet dat er een crisis is, en als er niks aan de hand is, hoef je ook niet te helpen, dat is logisch. Vanwege de risico’s, de ontbrekende financiële middelen voor de hulpverlening (geen crisis met zo’n gebrek aan geld) en het totale gebrek aan medewerking van de overheid, schiet de hulpverlening aan alle kanten dramatisch tekort.
De gevolgen daarvan zijn hartbrekend.