'We hadden een stuk land waar mijn zonen en ik drie huizen hadden gebouwd. We hadden twee hectare waar katoen en groenten groeiden. Toen de stad werd aangevallen bombardeerden oorlogsvliegtuigen onze huizen. Op dat moment besloten we te vertrekken,' vertelt ze.
Vluchtelingenkamp Areesha
Het gezin vluchtte naar de provincie Hassakah in het noordoosten van Syrië en vond onderdak in het kamp Areesha, dat aan meer dan 9.000 ontheemde Syriërs huisvest. In het kamp is een groot gebrek aan voedsel en veilig drinkwater. Regelmatig breken infectieziekten uit onder de Syriërs die in Areesha wonen.
‘Het leven is moeilijk in Areesha,’ zegt Hila. ‘We hebben geen kleding die past. Vaak hebben we te weinig voedsel, en we hebben helemaal geen geld. De medische voorzieningen hier in het kamp zijn erg basic. Ik heb maar één nier, de andere is verwijderd, maar er zijn geen gespecialiseerde diensten beschikbaar.'
Familie verspreid door oorlog
Hila's kinderen werden geconfronteerd met een moeilijke keuze: veiligheid vinden in het buitenland of verhuizen naar regio's waar meer werk beschikbaar is, om hun kinderen betere opties te geven. Een van haar zonen en een kleindochter zijn bij Hila in het kamp gebleven. Het doet Hila pijn om niet bij de rest van haar familie te kunnen zijn.
Toen de stad werd aangevallen bombardeerden oorlogsvliegtuigen onze huizen. Op dat moment besloten we te vertrekken.
Vrouwen
Hoewel de crisis in Syrië iedereen treft, zijn vrouwen en kinderen bijzonder kwetsbaar voor dreigingen als seksueel geweld, kinderarbeid en lichamelijk en geestelijk trauma. Onze vaste uitvoeringspartner het International Rescue Committee richt zich op de behoeften van mensen zoals Hila door centra voor vrouwen op te richten, zoals het centrum dat in januari 2018 in Areesha is geopend. Hier wordt informatie, psychosociale ondersteuning, les in schrijven, naaien en andere vaardigheden geboden, speciaal voor vrouwen. Ook helpt het vrouwen een gevoel van gemeenschap te vinden. Daarnaast biedt het gespecialiseerde zorg voor overlevenden van geweld en misbruik. Elke maand bezoeken ongeveer 150 vrouwen het centrum in Areesha.
‘Ik kom om de andere vrouwen te zien en met ze te praten,’ zegt Hila. Haar kleindochter woont ook lessen bij in het centrum. ‘Ze vindt ze ook erg leuk. Ze ging vroeger naar school en wist hoe ze moest lezen en schrijven, maar ze kon niet meer naar school vanwege de oorlog.’
Kinderen
Naast de programma's voor vrouwen en meisjes, biedt het IRC een veilige ruimte voor kinderen om te spelen en heeft het een team van gezondheidsvrijwilligers die personen identificeren die medische zorg nodig hebben. Ook wordt er gespecialiseerde zorg geboden voor mensen met een handicap.
Ik hoop dat de dingen beter zullen worden, niet alleen in Syrië, maar in de hele regio. En ik hoop dat ik terug kan gaan en mijn huis kan herbouwen, net als voorheen.
Velen leven in extreme armoede in Deir ez-Zor provincie. Basisgezondheidsdiensten zijn schaars en er is veel vraag naar chirurgie, spoedeisende hulp en behandeling voor chronische ziekten. Ondanks deze moeilijkheden klampt Hila zich vast aan de droom om naar haar huis terug te keren.