Sinds 2015 is Jemen in de greep van een brute burgeroorlog. Nadat Houthi-rebellen de regering met geweld hebben aangevallen, probeert een coalitie die de regering steunt, geleid door Saoedi-Arabië, de macht terug te winnen door duizenden luchtaanvallen uit te voeren. Deze aanvallen treffen huizen en openbare ruimtes zoals scholen, gezondheidsfaciliteiten en markten. Duizenden burgers zijn als gevolg hiervan gedood en tienduizenden zijn gewond geraakt. Augustus 2018 was de dodelijkste maand tot nu toe: bijna 500 burgers werden gedood in de eerste negen dagen.
Maar deze sterfgevallen vertegenwoordigen slechts een fractie van de impact van de luchtaanvallen; het lijden is veel groter. Door schade en vernietiging wordt toegang tot gezondheidszorg en schoon water afgesneden.
De aanslagen schenden niet alleen het internationaal humanitair recht, maar maken het ook gevaarlijk en moeilijk voor humanitaire organisaties zoals Stichting Vluchteling en het International Rescue Committee (IRC) om hulp te verlenen.
Deze crisis blijft alleen maar toenemen naarmate het conflict voortduurt en mensen in nood wordt belet levensreddende hulp te ontvangen.
De omstandigheden in Jemen verslechteren in alle opzichten. Meer dan 8 miljoen mensen hebben te maken met grote voedseltekorten en 16 miljoen mensen hebben geen toegang tot basisgezondheidszorg. Naarmate de luchtaanvallen zich voortzetten - één keer elke 99 minuten in de afgelopen drie jaar - hebben Jemenieten geen toegang tot de voedsel- en gezondheidsdiensten die ze nodig hebben om te overleven.
Meer dan de helft van de gezondheidsfaciliteiten in Jemen is al vernietigd. Bovendien beperkt de Saudi-coalitie de toegang tot havens. En alle partijen in het conflict hebben humanitaire organisaties verhinderd in het verstrekken van levensreddende medicijnen en schoon water. Dit verergert de groeiende cholera-epidemie, die het afgelopen jaar 2.300 levens heeft geëist.
Duizenden scholen zijn gesloten, waardoor 2 miljoen kinderen niet naar school kunnen. Sommige scholen zijn overgenomen door gewapende groepen, anderen bieden onderdak aan mensen die hebben moeten vluchten of wiens huizen zijn verwoest.
Kinderen, chronisch zieken, ouderen en gehandicapten, en zwangere vrouwen en moeders die borstvoeding geven, lopen een bijzonder hoog risico op uithongering en ziekte.
Er zijn meer dan 11 miljoen Jemenitische kinderen die hulp nodig hebben - dat is bijna elk kind in het land. Elke tien minuten sterft een kind aan oorlog gerelateerde oorzaken die volledig te voorkomen zijn, en duizenden zijn al gedood of gewond geraakt als gevolg van het conflict.
Kwetsbare jongens worden gerekruteerd door strijdkrachten en jonge meisjes worden gedwongen tot vroege huwelijken.
De havenstad Hodeidah, waar 70% van de invoer het land binnenkomt, heeft grote aantallen luchtaanvallen en marineschepen te verduren. Huizen, boerderijen, vee, bedrijven, wegen, medische voorzieningen en waterfaciliteiten zijn de afgelopen maanden allemaal getroffen.
De strijd rondom Hodeidah kan een verschrikkelijke impact hebben op de ongeveer 300.000 overgebleven burgers. De Verenigde Naties waarschuwen dat in het ergste geval 250.000 burgers kunnen worden gedood bij een aanval op Hodeidah, en 22 miljoen burgers van humanitaire hulp worden afgesneden.
Hulpverleners van het IRC zijn geadviseerd om uit Hodeidah te evacueren. Zij werken nu in een klein stadje 50 kilometer van de frontlinies, waar ze hun levensreddende werk voortzetten.
We bieden gezondheidszorg aan ontheemde en kwetsbare mensen in de provincies Lahj en Aden. We bieden medische hulp en reproductieve gezondheidszorg door de inzet van mobiele medische teams in afgelegen delen van Jemen en ondersteuning van gezondheidsfaciliteiten. Meer weten? Bekijk hier ons project: Gezondheidszorg door middel van mobiele teams in Lahj en Aden.
Ons werk in Jemen is onderdeel van het hulpprogramma van onze partner het IRC. Het IRC richt zich, mede met onze steun, op de provincies Sana’a, Amanat Al Asimah, Al Dhale’e, Aden, Lahj, Abyan Shabwah en Al Hodeida.