Ontmijnen van woonwijken Mosul

Onze directeur Tineke Ceelen reisde afgelopen week af naar het noorden van Irak om te zien wat burgers na het verdrijven van IS uit Mosul nu het hardst nodig hebben.

“Afgelopen week reisde ik naar Noord-Irak, het gebied rondom Mosul. Ik sprak met slachtoffers over de oneindige wreedheid die ze de afgelopen drie jaar moesten doorstaan door de onderdrukking van IS. De veerkracht waarmee de inwoners van Mosul en de dorpen eromheen terugkeren naar huis, is opmerkelijk. Mensen ruimen puin, verven over de leuzen van IS en repareren hun huizen.

Dat zouden veel meer mensen uit Mosul willen doen, die nu nog in overvolle kampen wonen. In de stad zijn hun huizen verwoest, net als wegen, scholen, ziekenhuizen, water- en elektriciteitsvoorzieningen. Vrijwel geen gezin is ongeschonden door het conflict gekomen. Bijna iedereen verloor wel iemand; een kind, een ouder, een broer of zus. De emotionele wonden zijn diep. En dan zijn er ook nog al die landmijnen, die terugkeer naar huis levensgevaarlijk maken en ook nu nog dagelijks zorgen voor vele slachtoffers.

Ik was op bezoek bij een gastvrij gezin. Opgelucht vertelden ze over hun nieuwe leven na het vertrek van IS. Tegelijkertijd was het leed ook hier groot. De moeder des huizes zat stilletjes in een hoekje, zichtbaar zwaar getraumatiseerd door het verlies van haar jonge zoon, die al spelende op een landmijn stapte. “Ze hadden me alles af mogen pakken, maar niet mijn kind”. Ze bleef verdrietig herhalen: “Niet mijn kind”.

Hoe bewonderenswaardig sterk de inwoners van Mosul zich ook houden, hun problemen zijn te groot en te ingewikkeld om zonder hulp op te kunnen lossen. Stichting Vluchteling helpt in de vluchtelingenkampen waar het leven in bijna 50 graden onvoorstelbaar zwaar is. We zetten specialistische teams in die explosieven ruimen, deskundig medisch personeel om trauma’s te verwerken en helpen bij de terugkeer naar huis, waar de mensen het allerliefste zijn.”

- Tineke Ceelen, directeur Stichting Vluchteling