Van alle vluchtelingen wereldwijd, wordt zeker 86 procent in buurlanden van crisisgebieden opgevangen, oftewel in de regio. In sommige gevallen gaat het om straatarme landen, waar de bevolking zelf al moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knopen. Vluchtelingen vinden onderkomen in tentenkampen, leegstaande gebouwen, kleine kamertjes, bij gastgezinnen of in provisorische hutjes op straat. Daar wachten ze op betere tijden, om terug te keren naar 'thuis'.
“De meeste vluchtelingen willen in de buurt blijven van waar ze vandaan komen. Het is waar je familie is, waar je de taal en de cultuur begrijpt”, aldus Tineke Ceelen, directeur Stichting Vluchteling. Zo verblijven ruim 5 miljoen Syrische vluchtelingen in de buurlanden Turkije, Libanon, Irak en Jordanië, vaak al vele jaren.
Stichting Vluchteling biedt als noodhulporganisatie levensreddende hulp aan mensen die in hun eigen regio worden opgevangen. “Dat is wat wij doen: dáár hulp verlenen”, stelt Ceelen. Zo zorgen we onder andere voor toegang tot onderwijs, psychosociale en medische zorg in Syrië, behandelen we ondervoede kinderen in het noorden van Nigeria, bevoorraden we klinieken in Jemen, geven we cashhulp aan mensen die Mosul ontvluchten en zorgen we dat vluchtelingenkinderen in Libanon weer naar school kunnen.
Het afgelopen jaar bezocht Ceelen onder andere ontheemdenkampen in Somalië en Nigeria; ook de Syrische regio kent ze goed. Omstandigheden van opvang zijn overal anders, maar vaak met een gemene deler: van menswaardige opvang is zelden sprake met voor velen onvoldoende toegang tot onderdak, voedsel, schoon drinkwater en medische zorg.
Ook op Europees grondgebied gaat het mis: door de Turkije-deal zijn tienduizenden mannen, vrouwen en kinderen in Griekenland en de Balkan gestrand. Families die de gruweldaden van de Islamitische Staat, de bedreigingen van de Taliban of de vatenbommen van het Assad regime zijn ontvlucht, zitten al ruim een jaar in kampen en detentiecentra, waar baby's te weinig melk krijgen, de hygiënische omstandigheden deplorabel zijn en gezinnen in de open lucht slapen.
Met crises die steeds langer duren, staat het leven van mensen in kampen letterlijk in de wacht: hun bewegingsvrijheid is beperkt, werken mag meestal niet, kinderen gaan vaak niet naar school. En dat jarenlang. In langdurige crises wonen vluchtelingen gemiddeld zo’n 20 jaar in een vluchtelingenkamp.
“Vluchtelingenkampen – maar ook opvangplekken in steden – zijn nu vaak ‘wachtkamers’, waar mensen wachten op het einde van een conflict. Je ziet er vernielde levens waar de tranen van in je ogen springen. Ik denk dat als je de opvang in de eigen regio naar een acceptabel niveau brengt, er minder mensen naar Europa zullen komen. Geef mensen dáár de kans om werk te vinden, geef kinderen de kans om er naar school te gaan, en investeer in betere opvang. Er zal dan fors geld bij moeten”, aldus Ceelen.
Lees het interview met Tineke Ceelen in het Algemeen Dagblad.