Onze directeur Tineke Ceelen bezocht de afgelopen dagen ontheemdenkampen en onze medische hulpposten rondom Mogadishu. Het bezoek was niet zonder gevaar; omwille van veiligheidsredenen kunnen wij pas nu over haar bezoek communiceren. De komende dagen publiceren wij haar aangrijpende verslagen vanuit Mogadishu, Somalië. Lees hier haar tweede verslag:
De luchthaven van Mogadishu is een heuse vesting. In de controlekamer van een particulier beveiligingsbedrijf hangen interactieve kaarten van de stad. Met een tik op het scherm komen foto's van de omgeving en alle relevante informatie over die plek op de plattegrond tevoorschijn.
Drie Somalische jongeren speuren langs een stuk of 10 tv's waarop de beelden van de straatcamera's in de omgeving te zien zijn. We krijgen zo een aardige indruk van het doolhof aan slagbomen, zandwallen, betonnen obstakels en muurhoge zandzakken in de directe omgeving van het vliegveld, en overigens ook in de rest van de stad. Allemaal hebben ze tot doel Al Shabaab aanslagen te voorkomen. Te oordelen naar de serie foto's van recente geslaagde Al Shabaab zelfmoordterreur in onze veiligheidspapieren, werkt dat niet helemaal vlekkeloos.
We rijden in een gepantserde auto. Vanwege de loodzware deur, kogelvrij dus, word ik geholpen bij het in en uitstappen. Voor én achter ons rijdt een pick-up truck met in totaal tien met mitrailleurs bewapende bewakers. Jonge jongens. Ze zijn de eersten die sneuvelen, mocht er iets misgaan.
Door welke plaag is Somalië níet getroffen, vraag je je af. Bittere armoede, klimaatverandering en jarenlange conflicten en terreur hebben nu een volgende golf van ellende veroorzaakt: honger. Meer dan de helft van de bevolking van Somalië heeft hulp nodig en bijna een miljoen kinderen onder de vijf jaar, 944.000 jongetjes en meisjes, is ondervoed.
Drie jaar op rij regende het niet, of onvoldoende. Oogsten mislukten, het vee stierf want ook voor de koeien en de geiten was er niets meer te eten. Voedsel uit andere delen van het land of uit het buitenland, kan de ergste hongergebieden niet bereiken. Extremistische strijders van Al Shabaab of gewoon schorem maken het leven zeer onveilig. Aanslagen, niet zelden zelfmoordterreur, overval na ontvoering, afpersing en meer vergelijkbaar extreem geweld beheersen het dagelijkse leven.
Met duizenden komen de mensen van het platteland naar de steden om hulp te zoeken. Wij gaan direct na onze aankomst naar deze ontheemden toe. In woestijnachtig gebied, snikheet, aan de rand van Mogadishu, reiken de plaggenhutten zover je kijken kunt. Met takken, afval en een oranje zeil van een hulporganisatie maken de vrouwen een hut van hooguit 2 meter doorsnee. Hele families slapen er, op de grond, met het schamele beetje aan bezittingen dat ze van huis mee konden brengen.
We mogen maximaal een half uur in het kamp blijven, de voorbereidingstijd voor een aanslag of ontvoering. Omringd door ons legertje bewakers lopen we tussen de koepelhutjes en praten met een enkeling. Honger, gebaart een vrouw en wijst naar haar broodmagere kinderen. In de takken van een boom hangen een paar pannen, schoon, en leeg.
Een 72-jarige oma troont me mee naar haar hut. Pas als we binnen zijn zie ik dat een kleine baby op haar rug gebonden lag te slapen. De moeder van het kind, de dochter van oma Hafé, is een paar maanden geleden overleden. Hafé vertelt over haar thuis in Lower Shabelle, over de honger daar, en haar dode dieren. Ze maakt een veelbetekenend gebaar, wrijft over haar maag en keel. Ze kwam naar Mogadishu in de hoop hier voedsel te vinden, voor de baby en haarzelf. Wat ze nodig heeft? Eten dus, vooral eten, en, 'op mijn leeftijd kan ik niet goed op de grond slapen', vertelt ze verdrietig.
De opgetrommelde overheidsvertegenwoordiger, ook met een flink aantal tot de tanden bewapende jongens in zijn kielzog, haast zich te vertellen dat de Somalische autoriteiten en een paar Somalische zakenlieden de enigen zijn die hier voedsel uitdelen.
In de door ons betaalde mobiele kliniek vertelt de arts dat er meer en meer zwaar ondervoede kinderen doorverwezen moeten worden naar het ziekenhuis, en ook steeds meer kinderen sterven aan de gevolgen van langdurige ondervoeding.
Ook de reis terug naar ons door 48 bewakers beveiligde hotel is een heuse militaire exercitie. Over de boordradio worden checkpoints geïnformeerd over onze komst. Ontelbare slagbomen en poorten staan open als we met ons gepantserde gevaarte aan komen scheuren, en achter ons direct weer dicht. Om het hotel in te komen moeten we door vier sluizen, van elkaar gescheiden door metershoge muren zandzakken en beton.
Onze begeleiders wijzen op ingestorte gebouwen langs de kant van de weg, en een verwrongen hoop staal. 'Dat was een zelfmoord-aanslagpleger en zijn auto'. De schade was enorm. Deze aanslag gebeurde in januari, drie maanden geleden.
De opbrengst van de Giro555-actie voor de slachtoffers van de hongersnood in grote delen van de wereld is verder opgelopen tot bijna 33 miljoen euro. Met een deel van de Giro555-gelden verleent Stichting Vluchteling levensreddende noodhulp op het gebied van medische zorg en het tegengaan van ondervoeding in de Benadir-regio in Somalië.
De hulpverlening op het gebied van gezondheidszorg is met name gericht op het bestrijden van besmettelijke zieken. Daarnaast bieden we therapeutische voeding aan mensen die lijden onder ernstige ondervoeding. Dat zijn vooral kinderen onder de 5 jaar, zwangere vrouwen en jonge moeders.
Naast onze hulpverlening op het gebied van medische zorg en voedselzekerheid in de door honger getroffen regio’s, verbeteren we ook de watervoorzieningen in Hobyo en Jariibin district in Somalië. Zeker tienduizend mensen zullen weer toegang krijgen tot schoon drinkwater door onder meer het aanvoeren van water met trucks, het herstel van twee waterputten en uitleg over de bevordering van hygiëne. Daarnaast bieden we cashhulp aan 800 kwetsbare huishoudens, hetgeen mensen zelf in staat stelt om in hun dagelijkse onderhoud te kunnen voorzien. Dit project wordt gerealiseerd binnen de Dutch Relief Alliance.
Ook onze noodhulpactiviteiten in de door honger getroffen landen Zuid-Soedan en Jemen zijn met Giro555-gelden opgeschaald. Wij danken alle donateurs voor de steun aan de slachtoffers van de hongersnood.
Lees ook het eerste reisverslag van Tineke Ceelen vanuit Mogadishu, Somalië.