Verhalen over geweld
Mondjesmaat krijgen noodhulporganisaties, waaronder ook partners van Stichting Vluchteling, toegang tot de kampen. Wat men daar aantreft is schrikbarend. Uit gesprekken met overlevenden komt een beeld naar voren van extreem geweld tegen de Rohingya. Mannen en jongens worden vermoord, vrouwen verkracht, dorpen afgebrand. ‘Ik moest toekijken hoe mijn mans keel werd doorgesneden’, aldus een van de overlevenden. Veel mensen hebben familie verloren en van de vluchtelingen die het geweld overleven is het grootste deel zwaar getraumatiseerd en ontbeert het hen aan goede hulpverlening.
‘Ik moest toekijken hoe mijn mans keel werd doorgesneden’
Gevangen
Daar komt bovenop dat buurland Bangladesh de stroom van vluchtelingen niet aankan. Het land staat open voor vluchtelingen, maar maakt zich ook zorgen. Een extra 582.000 mensen is voor het al arme land een grote uitdaging. De veelal Rohingya vluchtelingen mogen dus wel de grens oversteken naar Bangladesh, maar moeten vervolgens in kampen als Kutupalong in het district Cox's Bazar blijven. Als de vluchtelingen de kampen verlaten worden zij gearresteerd. De vluchtelingen zitten vast en uitzicht op een snelle oplossing is er op dit moment (nog) niet.
Ziektes liggen op de loer
Door de snelle toestroom en beperkte bewegingsvrijheid van de vluchtelingen is het voor noodhulporganisaties moeilijk om in korte tijd te zorgen voor afdoende schoon drinkwater, medicijnen en goede sanitaire voorzieningen. Mensen doen overal hun behoefte waardoor ziektes als cholera op de loer liggen. Stichting Vluchteling helpt samen met haar partner IRC (International Rescue Committee) om deze problemen aan te pakken. Help ons helpen.