03-10-2017 | Gezondheid | Myanmar

'Dit is waar Rwanda en ebola elkaar ontmoeten'

Directeur Tineke Ceelen is momenteel in Cox's Bazar, Bangladesh en geeft dagelijks een update over haar bezoek aan het crisisgebied. Afgelopen maand zijn meer dan 500.000 Rohingya's uit Myanmar op de vlucht geslagen.

De korte vlucht van Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh, naar Cox's Bazar aan de grens met Myanmar voert over onafgebroken bebouwd gebied. Ik verbaas me over de drukte, in dit meest dicht bevolkte land ter wereld. Ook in Cox's Bazar krioelt het van de mensen. En tuk-tuks en riksja's. Alles belt, toetert en rinkelt. Rond middernacht wordt het stil, in mijn hotelbed hoor ik alleen nog het gezoem van de airconditioning.

'Dit is waar Rwanda en ebola' elkaar tegenkomen, stelt mijn collega bars vast. De half miljoen Rohingya vluchtelingen uit Myanmar sloegen halsoverkop op de vlucht nadat het leger van Myanmar keihard optrad tegen moslim rebellen die op 25 augustus controleposten van het leger aanvielen, en en passant ook tegen de rest van de onderdrukte minderheidsgroepering. Mannen werden systematisch vermoord, en vrouwen verkracht, ook kinderen waren niet veilig, velen vonden een wrede dood. De brandende dorpen konden we zien op satellietfoto's en zelfs vanuit Bangladesh. 'Een schoolvoorbeeld van etnische zuivering', vonden de Verenigde Naties. Een enkele leider sprak er schande van, de anderen zwegen. Dit is waar mijn collega de parallel met Rwanda trok.

Chaos
Een half miljoen Rohingya vluchtten halsoverkop naar Bangladesh, ze klonteren bij elkaar op modderige stukken, schaarse, grond. Elke dag komen nog nieuwe vluchtelingen aan. De chaos is onvoorstelbaar. Lukraak zoeken de vluchtelingen een plekje uit om zelf een tent te bouwen. Langs de weg ontstaat al snel een levendige handel in bamboe, touw en tentzeil. Vluchtelingen worden niet geregistreerd, dientengevolge hebben we alleen schattingen van de aantallen. Kwetsbare zwangeren, jonge kinderen, zieken, invaliden of bejaarden krijgen zo niet de zorg die ze zo nodig hebben.

Sanitair is er ook nauwelijks, of niet. Het stinkt, tussen de tenten en langs de weg. Mensen doen overal hun behoeften, ik zie drollen drijven in de rivier waar even verderop jongetjes in zwemmen. En hier zijn we bij de ebola, in de boute beschrijving door mijn collega van deze immense crisis. Besmettelijke ziektes liggen op de loer. Mazelen, cholera. Als ze er al niet al zijn kan het nooit lang meer duren voor deze ziektes dodelijke slachtoffers gaan eisen.

'En als je dan alles gehad hebt', vertelt onze chauffeur alsof hij het bijna zelf niet kan geloven, 'dan banjert er ook nog zo nu en dan een kudde olifanten door het kamp'. De beesten vertrappen de tenten van de vluchtelingen en, vorige week, ook twee vluchtelingen zelf.