"We maken onze grote zorgen over met name de kinderen en ouderen onder de vluchtelingen die het grootste risico lopen onderkoeld te raken, of erger", aldus onze IRC-collega Lucy Carrigan vanuit Griekenland.
Beelden van met name de ondergesneeuwde tenten in de opvanglocatie Moria op het Griekse eiland Lesbos gaan de wereld over. Stichting Vluchteling biedt geen hulp in Moria, dat sinds de Turkijedeal een detentiecentrum is. Ruim 4 duizend vluchtelingen zitten hier vast. We zijn wel actief in andere kampen op het eiland Lesbos, zoals het Kara Tepe kamp, en bieden hulp aan vluchtelingen op het Griekse vaste land.
Op deze plekken zorgen we er, samen met onze collega’s van het International Rescue Committee, voor dat vluchtelingen warm blijven. Dit doen wij door geschikt onderdak met voldoende verwarming en dekens te regelen. Ook bieden we warm water en zorgen dat pijpleidingen niet bevriezen, zodat mensen toegang blijven houden tot water. Tevens voorzien wij andere hulporganisaties van dekens en kacheltjes en delen we thee, koffie en chocolademelk uit aan vluchtelingen.
Hulporganisaties zetten alles op alles om de vluchtelingen een warm onderkomen te geven, maar kunnen de problemen niet alleen oplossen. “Gebrek aan geld en goederen is niet het probleem, wel het gebrek aan politieke wil en daadkracht”, aldus Tineke Ceelen, directeur Stichting Vluchteling.
In totaal bevinden zich momenteel nog zeker ruim 57 duizend vluchtelingen in Griekenland, waarvan de helft vrouwen en kinderen. Sinds 2015 zijn er slechts 7.064 mensen vanuit Griekenland door andere Europese landen overgenomen, in contradictie met de gemaakte afspraken.
Ook in Servië, waar duizenden vluchtelingen vast zijn komen te zitten sinds grenzen met buurlanden sloten, kampen vluchtelingen met de winterse temperaturen. Onze partnerorganisatie IRC zet zich hier dagelijks in om zoveel mogelijk vluchtelingen te helpen.