09-09-2016

BKB-lezing

De jaarlijkse BKB Lezing wordt op vrijdag 9 september uitgesproken door Frans Timmermans, als Europees Commissaris nauw betrokken bij de Europese vluchtelingenproblematiek. Onze directeur Tineke Ceelen verzorgt de inleiding. Lees hieronder haar speech.

Vrienden en vriendinnen van BKB,

De dames en heren van illuster bureau BKB vroegen mij op hun 17e verjaardag te komen vertellen over vluchtelingen. Een onderwerp dat de gemoederen nogal bezig weet te houden en waarover iedereen een mening heeft. Een onderwerp dat het laagste in mensen bovenhaalt - ik denk aan varkenskoppen - , maar óók het béste. Wij zien ongekende inzamelingen van geld en goederen voor de hulp aan hen die hun thuis achter zich moesten laten. Kortom, een onderwerp dat Nederland splijt.

Ik bezoek vluchtelingen op de plaatsen waar het leeuwendeel van hen wordt opgevangen, de regio. Ik luister naar hun verhalen, ruik hun angstzweet en ben getuige van hun uitzichtloze bestaan als ongewenste vreemdeling.

Vluchtelingen gaan mij en de hoofdspreker van vandaag Eurocommissaris Frans Timmermans, ter harte. Zowel voor Frans Timmermans als voor mij is de vluchtelingencrisis een dagelijkse uitdaging, één waarbij wij beiden proberen solidariteit en medemenselijkheid te laten zegevieren. En dus sta ik hier graag.

Een paar dagen geleden kwam ik terug van een reis naar het noorden van Irak. Ik bezocht vluchtelingen uit de dorpen rondom Mosul die net zijn bevrijd van de Islamitische Staat. Deze mensen hebben letterlijk niets meer. Geen huis, geen spullen, geen kleding, geen papieren en schrikbarend vaak vertellen zij over de executie van leden van de familie omdat ze bijvoorbeeld een ontsnappingspoging deden. Ik sprak een jonge vrouw die gedwongen was toe te kijken hoe haar vader en broer de doodstraf kregen. Daarna hingen hun lichamen een week lang aan een brug, als waarschuwing voor anderen met plannen IS de rug toe te keren. Het was 47 graden, vorige week in Irak.

De trauma’s en ontreddering onder de vluchtelingen, zijn bijna tastbaar. Maar ook al hebben deze mensen alles verloren, dat geldt niet voor hun gastvrijheid, de bereidheid om dat hele kleine beetje dat ze nog wél hebben te delen. Het is altijd weer ontroerend hoe ik in de meest ellendige situaties voor thee of lunch wordt uitgenodigd. Hoe schrijnend is het dan te bedenken dat wij deze vluchtelingen in Europa buiten de deur proberen te houden en hen eerder zien als profiteurs en potentiële terroristen, dan als datgene wat ze werkelijk zijn: slachtoffers.

Ik was in Irak om te kijken hoe hulporganisaties zich voorbereiden op de gevolgen van de aangekondigde slag om Mosul, de tweede stad van het land die zo’n 2 miljoen inwoners telt. Voorzichtige schattingen gaan uit van 120.000 nieuwe vluchtelingen. De minst optimistische scenario’s verwachten dat 1 tot 1,5 miljoen inwoners in een paar dagen tijd de stad zullen verlaten, een vluchtelingenstroom van Bijbelse proporties.

Vluchtelingen, zie ik telkens weer, waar ook ter wereld, worden nergens met open armen ontvangen. Ze verstoren altijd wel een etnische, religieuze of politiek precaire balans, nemen ruimte in beslag en doen een beroep op voorzieningen. Wachttijden in de ziekenhuizen lopen op, drinkwater wordt nóg schaarser. En om maar eens dichtbij huis te blijven, in het dorpje Oranje mopperden de inwoners dat alle sigaretten in het enige buurtwinkeltje continue op waren, net als de plaatsen in de bus die eerst langs het opvangcentrum kwam.

Niet zo gek dus dat de gastvrijheid ván vluchtelingen vrijwel altijd in schril contrast staat met de gastvrijheid vóór vluchtelingen. Er wordt zelden écht goed voor hen gezorgd, meestal is hun bewegingsvrijheid beperkt, mag niet legaal gewerkt worden en gaan kinderen niet naar school. En dat jarenlang. Gemiddeld duren conflicten nu 37 jaar. Al die tijd kunnen mensen niet naar huis terug.

In Kenia ontmoette ik een man met zijn puberzoon. Zij woonden sinds jaren in een kamp. Een intelligente man die vloeiend Frans, Engels en een paar lokale talen sprak. Bij het afscheid zei hij verdrietig: ‘we konden net zo goed dood zijn, mijn zoon en ik’.

Soortgelijke uitspraken hoorde ik eerder, en ook later, van vluchtelingen die na vele jaren de moed hadden opgegeven.

Op dit moment zijn ruim 65 miljoen mensen op de vlucht. Méér dan ooit sinds de Tweede Wereldoorlog. Van hen is 2/3e in eigen land gebleven en stak de rest, zo’n 21 miljoen mensen, de grens over naar een buurland. Het allergrootste deel, bijna 90%, komt nooit verder dan dát buurland.

Het miljoen vluchtelingen dat vorig jaar naar Europa kwam vormt 0,2% van de totale bevolking van de rijke Europese Unie, een fractie dus. De aantallen die wij hier opvangen staan in geen énkele verhouding tot bijvoorbeeld het kleine, veel armere Libanon waar nu per 3 eigen inwoners, één vluchteling woont.

Vlucht en migratie zullen naar alle verwachting verder toenemen. Ik denk dan niet alleen aan Syrië, maar ook aan West Afrika en de onvoorstelbare gewelddadigheden van Boko Haram. Aan Zuid-Soedan, Burundi, Jemen en andere conflicthaarden. Maar ook uitzichtloze armoede en klimaatverandering zullen de komende jaren velen ertoe bewegen elders een veilig heenkomen en een toekomst voor de kinderen te zoeken. Oók in Europa. Het wordt dan ook hoog tijd naar oplossingen te zoeken, niet alleen naar oplossingen voor óns probleem, maar vooral voor de problemen van die mensen op drift. De vluchtelingverdragen en de rechten van de mens moeten ons daarbij heilig zijn en niet bij de eerste de beste échte toets terzijde geschoven worden. Uiteindelijk zijn die verdragen er om de kwetsbaarsten te beschermen, en ons te behoeden voor historische fouten. Daarom zijn ze ook tot stand gekomen, die verdragen, na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog.

De afgelopen periode was er een van chaos en onderlinge verwijdering. Europa bouwde hekken, sloot grenzen én de deal met Turkije. Armoedige instrumenten die op de langere termijn niets zullen oplossen maar ook een gevaarlijke inhumane koers inluiden. Zeker, het is een succes dat in 2016 veel minder mensen verdrinken bij de oversteek van de Egeïsche Zee, tegelijkertijd zitten er 58.000 vluchtelingen in Griekenland onder mensonterende omstandigheden, zijn er honderdduizenden Syrische kinderen in Turkije die niet naar school gaan en zitten tienduizenden mannen, vrouwen en kinderen vast aan de grens van Syrië met buurlanden Turkije en Jordanië, opgesloten in de oorlog, dwars tegen alle internationale verdragen in. Zij kunnen geen kant op.

Toch zien we dat de Turkije deal als voorbeeld geldt voor nieuwe deals die in de maak zijn met op zijn minst smoezelige regimes in Afrikaanse landen. Ik noem Soedan, wiens president al jaren op het verlanglijstje van het Internationaal Strafhof staat.

Europa kan niet volstaan met het oplossen van óns probleem, met een beleid gebaseerd op het tegenhouden van vluchtelingen. Mensen op de vlucht voor oorlog en geweld zullen steeds weer naar nieuwe wegen zoeken. Beleid moet zich dan ook richten op de grondoorzaken van vlucht en migratie.

De bouwstenen voor een nieuw lange termijn vluchtelingenbeleid zijn er, ik noem er twee:

- Ten eerste moet Europa ruimhartig meewerken aan een wereldwijd plan voor hervestiging van vluchtelingen vanuit landen van eerste opvang naar andere delen van de wereld. De Verenigde Naties schatten dat voor 10% van de vluchtelingen hervestiging noodzakelijk is. We hebben het dan over de meest kwetsbaren.

- Ten tweede moet Europa veel meer en betere steun geven aan landen in de zogeheten regio die nu het overgrote deel van de vluchtelingen opvangen. Zonder die hulp kunnen zij de opvang onmogelijk volhouden. Maar met meer steun aan de opvang in de regio kan perspectief gecreëerd worden, kunnen kinderen naar school in plaats van uit bedelen en kunnen mannen en vrouwen legaal de arbeidsmarkt op.

En natuurlijk, maak als de drommel een einde aan de erbarmelijke omstandigheden in Griekenland. Het is Europa onwaardig dat we die toestanden nog altijd laten voortbestaan.

We staan in Nederland aan de vooravond van nieuwe verkiezingen. Ik mag toch hopen dat niet de peilingen van Maurice de Hond leidend zullen zijn bij het maken van politieke keuzes maar de verantwoordelijkheid die we samen dragen voor internationale stabiliteit en solidariteit.

Naïef? Het is volgens mij vele malen naïever om te denken dat we de grenzen dicht kunnen metselen en de boel erbuiten de boel kunnen laten. De prijs die we daarvoor gaan betalen zou weleens onbetaalbaar hoog kunnen zijn.

We gaan luisteren naar Frans Timmermans, prominent voorman van de Partij van de Arbeid. De partij die opkomt voor onderdrukten; in de eigen samenleving en elders in de wereld. De partij die altijd heeft gestaan voor mensenrechten, ontwikkelingssamenwerking en hulp aan vluchtelingen.

Frans Timmermans is Eurocommissaris op de plek waar nu het verschil gemaakt moet gaan worden. Europa dient haar inspanningen voor vluchtelingen drastisch te vergroten. Als wij onze stabiliteit en rijkdom willen houden, dan is de tijd gekomen dat we ‘m echt heel veel beter moeten gaan delen.

Dank u wel.

Gerelateerde projecten

Geen projecten gevonden